Tips voor woningonderhoud
Verven, beitsen, lakken en speciale producten


De Temperatuur
De temperatuur waarop het beste geschilderd kan worden is ca. 15°C. De minimale temperatuur is ca. 8°C. Wanneer de buitentemperatuur zo koud is, wordt aangeraden om de verf iets (extra) te verdunnen zodat de verf iets vloeibaarder wordt. Ook zal de droogtijd aanzienlijk verlengd worden, dus breng niet te snel de volgende laag op. Luchtvochtigheid is misschien nog wel een belangrijkere factor in de droogtijd.
Temperaturen boven de 25°C zorgt voor een extra snelle droogtijd van de verf, hierbij kunnen problemen ontstaan zoals kwaststrepen of blaasjes.

Houtrot                                                                                                                                  Voor u gaat schilderen het bestaande schilderwerk controleren op houtrot. Steek bij twijfelgevallen voorzichtig een schroevendraaier in het hout; u merkt dan meteen of er houtrot onder de verflaag zit. Verrot hout altijd helemaal verwijderen tot op het gezonde hout daarna het oppervlak repareren met een 2 componenten houtreparatiemiddel. Let vooral op zwakke plekken in de hoeken van kozijnen en op het kitwerk langs het glas.

Schoonmaken                                                                                                                    
Altijd eerst reinigen van het te schilderen oppervlakte en dan pas schuren. Dat is de juiste volgorde wanneer u de ondergrond gaat voorbehandelen. Het te schilderen oppervlak moet goed schoon en ontvet zijn. Dat geldt zowel voor nieuw, onbehandeld hout als voor bestaande verflagen. Onbehandeld hout: vettige houtsoorten vooraf ontvetten. Schuren met schuurpapier nr. 120 in de nerfrichting van het houten daarna het stof verwijderen.
Bestaande verflagen: reinig het oppervlak met ammonia opgelost in water of ander reinigingsmiddel. Daarna schuren met schuurpapier nr. 150  in de nerfrichting van het hout en het stof verwijderen.

Plamuren
Na de eerste grondlaag of beitslaag vult u eventuele gaten met houtvulmiddel en kleine scheurtjes met een lakplamuur. Gebruik buiten zo min mogelijk lakplamuur dit kan de werking van het hout niet altijd voldoende volgen.

Duurzaamheid
De levensduur van het buitenschilderwerk op ramen en kozijnen is ook afhankelijk van de conditie van het binnenschilderwerk. Met name kan condensvocht van binnenuit via de glasrand indien niet goed afgedicht in het hout komen, waardoor het hout en het buitenschilderwerk wordt aangetast.

Roeren
Voor alle verven, beitsen en lakken geldt voor gebruik goed roeren voor u gaat schilderen. Zorg dat u tot op de bodem alle verfcomponenten mee roert, dit is belangrijk voor een egale kleur bij dekkende verven en beitsen maar ook voor de glans bij transparante of blanke lakken.

Vloeien
Een goede verf, lak of beits vloeit voor het drogen vanzelf mooi strak en glad. Hoe langer u blijft strijken, hoe groter de kans op strepen.

Drogen
Vermijd schilderen in de volle zon. Vooral op warme dagen droogt de verf dan te snel zodat er blaasjes kunnen ontstaan.

Bijwerken
Voor onderhoud aan blank/transparant behandeld houtwerk is het beter het totale oppervlak over te schilderen dit geeft een mooier resultaat dan plaatselijk bijwerken.

Afplaktape
Dit kunt u het best meteen na het schilderen weghalen. Als u het te lang laat zitten, is het veel lastiger om de tape te verwijderen.

Kwasten
Zet kwasten na gebruik in water zodat u de volgende dag de kwasten na goed afslaan en afdrogen weer kunt gebruiken. Indien u de kwasten voorlopig niet meer gebruikt zet u de kwasten één dag in terpentine. Daarna wassen met groene zeep, goed naspoelen en afdrogen.

Reinigen
Reinig het buitenschilderwerk regelmatig met water hierdoor krijgt vuil e.d. geen kans om zich vast te zetten en gaat uw schilderwerk langer mee.

Scherpe kanten
Rond scherpe kanten en hoeken iets af met grof schuurpapier, dan krijgt u een betere bescherming op deze plaatsen.

Velvorming
Voor het wegzetten van het verfblik, houd het blik (na sluiten) eerst op z'n kop. Hierdoor wordt het blik nog beter luchtdicht afgesloten. 

Laagdikte
Breng op kaal hout altijd minstens drie verflagen aan.